Pleidooi voor elektrisch rijden

Elektrisch rijden

Jeroen Dekkers: "Als hij op ruwe stookolie had gelopen, had ik 'm ook gekocht."

Er zijn nogal wat motorrijders die niks ophebben met elektrische motoren. Ze maken niet of nauwelijks geluid en ze trillen niet. Nul beleving, is dan al snel de conclusie. Tijd om eens een ervaringsdeskundige aan het woord te laten. En dan wel eentje die naast zijn elektrische motor een Amerikaanse 6,7 liter pick-uptruck rijdt. Over beleving gesproken.

Jeroen Dekkers, eigenaar van een las- en constructiebedrijf, rijdt al motor vanaf z’n negentiende. Van een Gold Wing tot een bloedsnelle GSX 1100, en van alles daartussenin. “Een jaar of acht terug stopte er een motorrijder om me de weg te vragen. Man, wat ging dat ding er hard vandoor toen hij wegreed – en ik hoorde helemaal niks!” Zijn interesse was gewekt. Twee jaar later stonden er twee elektrische motoren op de Havendagen. “Ik wilde een proefrit maken, maar dan wel een hele dag. Dat kon gelukkig.”

Uren laden
Die proefrit beviel. Jeroen werd eigenaar van een Brammo Empulse R. “Die werkte op een relatief laag voltage. Dat maakte een versnellingsbak noodzakelijk, omdat zo’n motor maar in een beperkt gebied efficiënt draait.” Door dat zelfde lage voltage kon je er ook niet mee snelladen. “Laden duurde echt uren. Weekendjes weg konden we met die motor dus wel vergeten, maar daar had ik nog een Pan-European voor staan.”

Ruwe stookolie
De Brammo gedroeg zich verder precies zoals die eerste elektrische motor die Jeroen zag. “Dat je al vlot z’n voorwiel van de grond trok vond ik niet zo opwindend, na alle andere motoren waar ik dat al mee kon. Maar er zo hard vandoor gaan zonder herrie, dat was zó anders dan ik gewend was. En ja, dat is ook beleving. Een andere beleving, maar niks minder. Dingen kunnen gewoon naast elkaar bestaan, weet je. Ik had vroeger ook een speedbootje én een zeilboot, net zoals ik nu een elektrische motor en een dikke dieseltruck heb. En dan gaat het er mij niet om dat hij elektrisch is, maar dat hij dat enorme koppel heeft en heel gaaf rijdt. Echt, als ie op ruwe stookolie had gelopen had ik ‘m ook gekocht,” grijnst Jeroen.

Comfortzone
“Mensen zijn vaak bang om iets heel anders te proberen. Kom ’s uit je comfortzone, denk ik dan. Maar ik ga ze niet proberen te overtuigen. Dat is zinloos. Een kennismakingsritje van een half uur is overigens ook zinloos, vind ik. Die tijd heb je al nodig om aan alles een beetje te wennen. Je hebt geen koppeling, je gasrespons is anders, je hebt in het begin vaak geen idee hoe hard je rijdt, je moet wennen aan het feit dat je echt behoorlijk kan afremmen door het gas dicht te draaien – en dat heeft ook weer invloed op hoe je bochten neemt…”

Jeroen Dekkers: "Dit is de nieuwe tijd."

Harley
Dat zag Jeroen ook duidelijk toen hij vorig jaar twee vrienden meenam voor een uitgebreide proefrit. “Ervaren rijders, allebei, maar hun eerste bochten namen ze alsof ze nooit eerder op een motor gezeten hadden. Zo gespannen, zo angstig… De Harley-rijder van de twee, die zich met enige moeite had laten overhalen om mee te gaan, stapte uiteindelijk met een glimlach van oor tot oor van z’n elektrische motor af. “Niet alleen door de onverwachte beleving en de fun, maar ook omdat de motoren technisch veel verder waren dan hij zich voorgesteld had.”

Uitdagingen
De Brammo, van een inmiddels verdwenen Amerikaanse fabrikant, had na twee jaar al plaatsgemaakt voor een Italiaanse Energica. “Ik had al eerder lucht van dat merk gekregen, maar het enige model dat ze toen voerden was de Ego, en zo’n fiets met clip-ons was mijn type motor niet meer.” Jeroen viel voor een later model, de Eva. “Dat is meer een naked bike. Ik was door een paar promofilmpjes al bijna verkocht, maar ik heb er toch ook eerst nog op gereden. Dat voelde goed, hij zag er goed uit, hij stuurde goed en hij wilde erg goed van z’n plaats af. Ik was weer helemaal blij, want die Brammo had technisch nog wel een paar eh, uitdagingen.”

Mindset
Een belangrijk verschil met de Brammo is de Energica op 300 volt werkt, net zoals bijvoorbeeld een Tesla of een LiveWire. “Met dat voltage wordt een versnellingsbak overbodig, en je kunt ermee snelladen. Een laadstop tijdens de lunch is genoeg voor een volle accu.” Met die relatief beperkte actieradius moet je natuurlijk wel leren omgaan. Moeilijk? “Nee, het is gewoon een kwestie van een andere mindset: je gaat anders om met afstanden en met stops onderweg.”

Weg planning
Zijn eerste lange rit was naar Zwitserland, met een vriend die al veel langer elektrisch reed. “Ik had die rit kilometer voor kilometer gepland, inclusief stops bij snellaadpalen onderweg. En wat doet die maat van me, op precies dezelfde motor? Die rijdt het eerste laadpunt gewoon voorbij. En het tweede ook. Met zijn ervaring wist hij hoe ver je door kon rijden. Een voorbeeld? Later, in de bergen, waren we flink aan het dalen. Gingen we van 52 naar 57% lading terwijl we veertig kilometer aflegden… Als je daalt is je verbruik extreem laag en kun je zelfs nog energie terugwinnen.”

Omdat het kan
Je leert met de beschikbare energie steeds beter omgaan, is het verhaal. “Als je denkt dat je het niet gaat halen, bijvoorbeeld omdat je een laadstation gemist hebt, dan ga je gewoon een stuk achter een vrachtwagen hangen. Met 80 km/u en in de slipstream van die wagen heb ik wel meegemaakt dat mijn bereik verdubbelde.”  Waar je met een gewone motor meestal gaat tanken omdat het moet, hang je een elektrische motor aan de laadpaal omdat het kan. Tijdens de lunch, bijvoorbeeld, of bij een tankstop van je maten. “Maar nodig is het lang niet altijd. Op een gegeven moment weet je dat het helemaal geen probleem is als je met 3% lading ergens aankomt. Range anxiety bestaat echt – maar het slijt snel.”

Dagje toeren
Door diezelfde afstandsangst denken veel motorrijders ook dat je geen dag kunt toeren op een elektrische motor. “Een paar jaar terug kon dat nog een uitdaging zijn, maar nu niet meer. Het bereik wordt groter, er komen steeds meer snellaadstations. En hoeveel rij je nou helemaal, met zo’n tocht? Met 200 kilometer heb je ’t vaak wel gehad. Dat haal je dus makkelijk. Uiteindelijk kom je altijd verder dan je denkt.”

Museumstuk
“Ik zal je vertellen dat mijn Pan-European al anderhalf jaar stilstaat. De Energica rijdt leuker. Zo eenvoudig is het. En dat ik me dan af en toe moet aanpassen omdat m’n actieradius iets beperkter is en laden langer duurt dan tanken? Dat heb ik er graag voor over om elektrisch te kunnen rijden. Ik heb bovendien net een nieuwe gekocht, met weer een groter bereik. Echt, die ontwikkelingen zijn nog maar net begonnen. Een paar weken terug sta ik voor rood, komt er een Hayabusa naast me staan, met zo’n snelle jongen met een spiegelvizier. Je weet hoe het gaat. Je kijkt ’s naar elkaar, je schat elkaars motorfiets in. Dat wordt dus een sprintje, weet je dan. Ik draai het gas vol open en sta bij het volgende rode licht op hem te wachten. Hij stopt naast me en trekt z’n vizier omhoog. ‘Wat de f*ck is dat??’, wilde-ie weten. Dit is de nieuwe tijd, zei ik tegen ‘m. En dát, wees ik naar z’n Busa, dat is een museumstuk. Toen ging dat vizier weer dicht,” schatert Jeroen.

Tekst:
Hugo Pinksterboer
Beeld:
Hugo Pinksterboer
Eerder uitgegeven:
MAGazine 171

Gerelateerde artikelen