Tijdens de 13e International Motorcycle Conference, in coronastijl geheel online, was er één man die de show stal: dr. Nhan Tran, die betoogde dat we af moeten van het idee van de motorrijder als kwetsbare weggebruiker. Kijk, daar kunnen we wat mee, als het om de toekomst van onze mobiliteit gaat.
Future mobility was het thema van de eind 2020 gehouden conferentie. Motorfietsen kunnen en moeten daar een heel belangrijke rol in spelen, stelt Nhan Tran, die zich vanuit de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) met verkeersveiligheid bezighoudt. Daarbij vestigt hij bijzondere aandacht op het feit dat motorrijders niet kwetsbaar zijn door hun vervoer, maar door het systeem.
Amsterdam
Als voorbeeld noemt hij dat dat er genoeg steden en landen zijn waar je als fietser heel kwetsbaar bent, maar in Amsterdam geldt dat niet. De infrastructuur is er op fietsers afgestemd. En andersom: in Maleisië gelden motorrijders niet als kwetsbare weggebruikers. Ze maken er ongeveer de helft van het gemotoriseerde verkeer uit, en Maleisië was het eerste land met een aparte rijbaan voor motoren. “Hoe meer we motorrijders door hun vervoer en hun gedrag als kwetsbare weggebruikers zien, hoe sterker de neiging zal zijn om ze te verplichten om gele hesjes te dragen, bijvoorbeeld,” stelt Tran. “Maar die kwetsbaarheid is niet iets genetisch. Je moet dus niet die motorrijders aanpakken, maar het systeem dat ze zo kwetsbaar maakt.”
Beter leven
Mobiliteit wordt op dit moment nog altijd gedomineerd door auto’s. “Dat is niet meer acceptabel,” aldus Tran. Als we serieus gaan voor een beter milieu en een betere kwaliteit van leven (lees: minder in de file, kortere reistijden en minder verstopte steden, maar ook een fysiek actievere manier om jezelf te verplaatsen), dan is het onontkoombaar dat motoren een belangrijk deel gaan uitmaken van de zogenaamde modal mix, de combinatie van vervoersmiddelen die we voor woon-werkverkeer gebruiken.
Micromobiliteit
Dat we natuurlijk moeten blijven werken aan goede voortgezette rijopleidingen, veiligheidssystemen en vehicle-to-vehicle-communicatie, bijvoorbeeld, zal Tran nooit ontkennen. Maar hij doet graag een stap verder. Motorrijders – en hun veiligheid – moeten deel uitmaken van een veel breder plan. Essentieel daarbij is dat de motorindustrie de motor opnieuw moet framen. Niet meer puur als hobby-artikel, maar als onderdeel van een duurzaam mobiliteitsplan. Tran: “Laat overheden maar zien dat motoren een belangrijke rol kunnen spelen in stedelijke planning, dat ze een essentieel onderdeel uitmaken van het hele concept van micromobiliteit. De auto-industrie overheerst de mobiliteitsdiscussie nog altijd. Daar moet echt verandering in komen, en de motorindustrie heeft daar een belangrijke taak in.”
Met je B op een A1
Met tegenwerpingen van zijn gesprekspartners van ACEM, IMMA en FIM* heeft Tran weinig moeite. Ja, er zijn grote verschillen tussen Europese landen. Ja, het weer is hier anders dan in Maleisië. Ja, we hebben straks een mix van gewone auto’s, half en helemaal zelfrijdende auto’s die allemaal hun eisen aan de weg stellen. Ja, zo’n heel andere aanpak kost tijd. Trans reactie? “Ik geloof stellig dat dit hét moment is om echt grote stappen te zetten. Op zo’n moment moet je je niet beperken tot het bedenken van oplossingen om het huidige systeem te laten werken, maar je openstellen voor een compleet nieuw systeem.” Een systeem dat motorrijders niet meer ziet als kwetsbare, overlast veroorzakende weggebruikers, maar als essentieel onderdeel van de wens en de noodzaak om mobiel te zijn, vullen wij maar even aan. En het idee om ook hier in Nederland automobilisten de mogelijkheid te geven om – na een gerichte training – op een A1 te rijden, sluit daar natuurlijk naadloos op aan.
* ACEM is de Europese vereniging van motorfietsfabrikanten, IMMA de internationale. De FIM is de internationale motorsportbond.