De positie van de politie

Motorgeluid

Paul Broer: "Motorrijders moeten elkaar gaan aanspreken."

Met alle berichten over geluidsoverlast over motoren wordt de roep om handhaving steeds luider. Hoe staat de politie daarin? We vroegen het Paul Broer, landelijk projectleider infrastructuur ofwel 'verkeersbaas' bij de politie.

Laat om te beginnen duidelijk zijn dat handhaven geen kwestie is van een paar blikken agenten opentrekken. De capaciteit van de politie is - helaas - beperkt. Waar en waarop de politie handhaaft, wordt bepaald op basis van analyses van ongevalscijfers, aantallen overtredingen en andere gegevens. "We handhaven informatie gestuurd," zo formuleert Paul Broer het. "Als we vooraf al kunnen inschatten dat het grootste deel van de mensen die we controleren keurig aan alle eisen voldoet, kunnen we onze capaciteit beter ergens anders inzetten. Die keuze maken we overigens niet omdat we zoveel mogelijk boetes willen uitschrijven, maar vooral omdat we vooral willen handhaven op die plaatsen en tijdstippen waar dat nodig is.

Leefbaarheid
Controles zijn gericht op het vergroten van de veiligheid en de leefbaarheid, niet op een zo hoog mogelijk aantal sancties. "Dus we gaan niet langs een dijk staan omdat daar toevallig een paar honderd motorrijders op een dag voorbij komen. Misschien wel voor een snelheidscontrole, maar niet altijd ook voor geluid. Dat doen we natuurlijk wel bij evenementen als de TT of grote auto-evenementen."

Handvol bekeuringen
Een geluidscontrole legt behoorlijke druk op de beschikbare mensuren. "Je hebt motoragenten nodig die mensen naar het controlepunt brengen, een paar om de documenten te controleren, een paar voor de geluidscontrole zelf... Reken maar uit." Toch doet de politie het wel. Het gebeurt zelfs steeds vaker, bijvoorbeeld op verzoek van gemeentes. Vaak wordt daarbij niet meer dan een handvol mensen bekeurd. Soms is dat omdat we de controles vooraf aankondigen. Die aankondigingen hebben natuurlijk ook een preventief doel."

Aanspreken
De controles hebben nog een ander neveneffect, net als de toenemende discussie over motorgeluid: "Motorrijders moeten elkaar gaan aanspreken: 'Met jouw geluid en hoe jij rijdt bezorg je onze groep een slechte naam.' Je ziet dat ook steeds meer gebeuren. Het wordt allang niet meer geaccepteerd als je met een paar biertjes op achter het stuur stapt. Zo zou het ook moeten zijn voor motorrijders die er met een kleine groep voor zorgen dat de rest straks nergens meer mag rijden. Dat is effectiever dan klagen over mopperende bewoners of over de politie die niets doet. Geloof me: rijden met teveel geluid brengt álle motorrijders in diskrediet, en dat gaat uiteindelijk veel verder dan een paar afgesloten dijken."

Onnodig geluid
Een bijkomend punt in de hele discussie over motorgeluid is dat motoren al snel aan het randje van 'onnodig geluid' zitten. Als je het gas flink opendraait – en dan hoef je niet eens aan de maximumsnelheid te komen – maak je al snel meer geluid dan nodig is. Paul Broer: "Bij controles blijkt meer dan eens dat motoren volgens de wet meer geluid mogen maken dan mensen verwachten. Dat is des te meer reden om aan te dringen op het nieuwe motorrijden." Wat dat inhoudt, in MAG-termen? Simpel: trek het gas niet open in de buurt van bewoning, ook niet voor die ene mooie bocht, schakel eerder op, ga van het gas af in de omgeving van huizen en ander verkeer. Respecteer je omgeving. We willen allemaal blijven rijden. En we hebben dat voor het allergrootste deel in eigen hand. Onze rechterhand.

Geluidsflitspalen
Bewoners vragen vaak om de inzet van geluidsflitspalen. Hoe staat de politie daar tegenover? Paul Broer: "Wij maken geen gebruik van dergelijke flitspalen en zijn niet van plan om ze te gaan inzetten. Overtredingen zijn alleen vast te stellen na een objectieve meting met een geluidsmeter die volgens de voorschriften bediend wordt."

Tekst:
Hugo Pinksterboer
Beeld:
Politie
Eerder uitgegeven:
MAGazine 169, september 2020