Dilatatievoegen glad? Schrikgevaar!

Verkeer en weginrichting

Diltatievoeg bij Oudenrijn

Je neemt met nat weer een op- of afrit, je kruist in de bocht een metalen dilatatievoeg en je voelt beweging in je motorfiets. Dat kan flink schrikken zijn, zoals we bij het MAG-meldpunt GWS regelmatig horen. Hoog tijd om het er eens met een deskundige over te hebben. Hoe gevaarlijk zijn die voegen eigenlijk?

De deskundige in kwestie is Paul Kuijper, expert vastgoed en infrastructuur bij Rijkswaterstaat. Hij is als geen ander bekend met meldingen over gladde stalen dilatatievoegen of voegovergangen. “Niet alleen motorrijders, maar ook automobilisten voelen soms beweging in hun voertuig.” Zulke meldingen waren in 2017 aanleiding voor een uitgebreid onderzoek naar een slipvastere oplossing.

Wat zijn dilatatievoegen?
Dilatatievoegen of voegovergangen kom je tegen op bruggen, viaducten en fly-overs. Ze bieden de brug- of wegdelen ruimte om uit te zetten of te krimpen: dilatatie komt van het Latijnse dilatatio, uitzetting. Zonder dilatatievoegen zouden deze bewegingen schade aan het weg- of brugdek veroorzaken. Weg- en brugdekken variëren in lengte door onder meer seizoensinvloeden (temperatuur). Ook verkeer (remmen, optrekken) en wind kunnen voor beweging zorgen.

Slijtlaag slijt
Het uitgangspunt bij Rijkswaterstaat is dat zo’n grofweg 40 cm brede voegovergang net zo stroef moet zijn als het aansluitende asfalt. Dat is op zich niet zo moeilijk. Met een slipvaste slijtlaag is het probleem vlot opgelost. Nadeel van die oplossing is alleen dat slijtlagen hun naam eer aandoen: ze slijten. Vervangen kan natuurlijk, maar dat betekent wel dat de bocht in kwestie afgesloten moet worden. Dat is bij snelwegbochten natuurlijk altijd een dingetje, om het maar voorzichtig uit te drukken. Bovendien duurt zo’n afsluiting even. Het slipvaste materiaal dat nu gebruikt wordt, moet liefst 24 uur kunnen uitharden voordat er verkeer overheen mag.

Slipvast reliëf
Als alternatief werd ruim vijf jaar terug gedacht aan stalen profielen met een slipvast reliëf. Met het contactvlak van een motorband als basis (denk aan een halve creditcard, meer is het niet) ging men aan het werk. Na geslaagde laboratoriumproeven met de eerste nieuwe profielen  besloot men om ze in de praktijk te laten testen door een aantal motorrijders en automobilisten. Eén profiel met wybertjes, de ander met richeltjes. Medetester en MAG-lid Baudouin Knaapen schreef er in MAGazine 167 een onderhoudend, ook op deze site te vinden verslag over.

Wybertjes!
De test werd uitgevoerd in de op het kaartje getoonde bocht van de A2 naar de A10 Zuid, onderdeel van knooppunt Amstel, ten zuiden van Amsterdam. In een vergelijking met de oude voegovergangen waren alle testers het erover eens dat de nieuwe voegovergang met het wybertjesprofiel het best voldeed (zie onder aan dit artikel). De oplossing lag voor de hand. Dat profiel wordt overal geïnstalleerd. Toch?

Nieuwe ontwikkelingen
Toch niet. Een van de eerste knooppunten waar de nieuwe wybertjesprofielen geplaatst werden, was het acht kilometer zuidelijker geleden knooppunt Holendrecht. En laten wij nu uitgerekend over dat knooppunt nogal wat meldingen over gladde dilatatievoegen krijgen… Bij Rijkswaterstaat is de locatie vanzelfsprekend ook bekend. Paul Kuijper: “De stroefheid van die profielen is daar aanzienlijk lager dan die van het aansluitende asfalt. Over het waarom tasten we nog altijd in het duister, helaas. We zijn nu dus bezig met het ontwikkelen van  een alternatieve voegconstructie die ruimte biedt voor een dikkere kunststof slijtlaag. De eerste proeven verwachten we nog dit jaar te kunnen doen.”

Voegovergangen van dichtbij
Kort na het verschijnen van dit artikel nodigde Rijkswaterstaat ons uit om de voegovergangen op knooppunt Holendrecht van dichtbij te komen bekijken. Het verslag van dat bezoek lees je hier.

Zonder staal
Zijn voegovergangen zonder die stalen platen niet mogelijk? Paul Kuijper: “Zeker wel. Dan heb je het over verborgen voegovergangen. Nadeel is dat zulke voegovergangen duidelijk minder beweging kunnen opvangen. Daarom kunnen we ze alleen gebruiken in heel flauwe bochten. Dan moet je denken aan bochten met een boogstraal van 350 meter of meer.” De bocht waar de test werd uitgevoerd is aanzienlijk minder ruim, zoals het kaartje laat zien: de boogstraal van die bocht is 200 meter, de helft van de diameter van de cirkel die de kromming van de bocht volgt.

Gevaarlijk??
Voorlopig zitten we dus nog met die gladde, stalen voegovergangen. Hoe gevaarlijk zijn ze eigenlijk? Minder gevaarlijk dan je mogelijk denkt. Noch bij de politie, noch bij Rijkswaterstaat zijn ongevallen bekend met die gladde voegen als oorzaak. Dat is ook wel logisch. Bij een snelheid van 70 km/u zijn je banden niet langer dan 1/50 seconde met het metaal in aanraking. De daardoor veroorzaakte beweging is goed voelbaar, maar is uiteindelijk even subtiel als kortdurend. Op high-speedopnames van de met de testers meerijdende camerawagen zijn de bewegingen niet waarneembaar. “Het enige gevaar van de gladde voegen zit ‘m in het schrikmoment. Als je weet dat je die beweging kunt voelen maar dat je er niet door onderuitgaat, wordt ook dat gevaar gereduceerd. Je ziet de dilatatievoegen altijd liggen, dus je weet dan precies wat je op welk moment kunt verwachten.”  

Op snelheid
Dat neemt natuurlijk niet weg dat je je motorfiets liever niet voelt glijden, al is het maar heel even. Ook daar is wat aan te doen: als je bochten waar zulke voegovergangen liggen niet sneller neemt dan op de voorgeschreven of geadviseerde snelheid, is je hellingshoek zo beperkt dat je – in principe – niets zal voelen.

Meld gladheid
Merk je dat dilatatievoegen gladder worden, in de loop van de tijd, doe dan Rijkswaterstaat en je medeweggebruikers een plezier en meld het bij 0800-8002 of het Twitteraccount @RWSVerkeersinfo. Paul Kuijper: “Rijkswaterstaat monitort jaarlijks de stroefheid van het hele hoofdwegennet. Die stroefheid wordt per 100 meter wegvak berekend. De smalle voegen vind je in die gemiddelde waarde dan ook niet terug. Om te kunnen bepalen wanneer de slipvaste laag van een voegovergang aan vervanging toe is zijn we dus afhankelijk van feedback van de weggebruikers.” Geef je melding ook door aan ons Meldpunt Gevaarlijke wegsituaties. Dan zetten wij ‘m door op onze social media.

Borden‍
Kan Rijkswaterstaat niet specifiek waarschuwen voor gladde dilatatievoegen? Het eenvoudige antwoord is nee. Men moet het doen met de beschikbare borden. Voor dit soort situaties zijn dat de borden J20 (slipgevaar) of J37 (gevaar). In bochten met dilatatievoegen kunnen zulke borden wijzen op glad asfalt, gladde voegen, of allebei. Onderbordjes geven meer verwarring dan duidelijkheid. “We houden bebording liefst zo eenvoudig mogelijk. De borden die we plaatsen laten je weten dat er iets aan de hand is en dat je dus extra moet opletten”, aldus een bordendeskundige van RWS.‍
Adviessnelheid
Op verschillende plaatsen worden de borden wel gecombineerd met een adviessnelheid. Goed om te weten: die adviessnelheid is gebaseerd op een nat wegdek en op vrachtverkeer met een lading waarvan het zwaartepunt kan variëren. Met de motor kun je dus eigenlijk altijd sneller door zo’n bocht heen – maar de verantwoordelijkheid ligt natuurlijk altijd bij jou.
Voegovergang met wybertjesprofiel
Tekst:
Hugo Pinksterboer
Beeld:
Paul Oor, Hugo Pinksterboer
Eerder uitgegeven:
MAGazine 179