Ruimte rijden (BidB)

Overig

Als motorrijder heb je geen kreukelzone. Het is dus van levensbelang dat je ervoor zorgt dat je niet geraakt wordt. Hoe? Met je ruimtekussen. Omdat je andere weggebruikers niet op afstand kunt houden, moet je zelf afstand nemen. Tips om ruimte om je heen te rijden!

Een belangrijk deel van je ruimtekussen zit voor je. Er is weinig stommer dan achterop je voorganger rijden, zeker op de motor: de klap die jij oploopt is aanzienlijk harder dan die van de bestuurder van die auto, en je bent nog verantwoordelijk voor de schade ook, uitzonderingen daargelaten. De oorzaak is eigenlijk altijd hetzelfde: je hield niet genoeg afstand. Klinkt logisch, maar we zien allemaal wel eens motorrijders vlak achter auto’s hangen. Achter busjes en vrachtwagens zelfs, zonder enig zicht op wat er daarvoor gebeurt. Motorrijden gevaarlijk? Levensgevaarlijk, als je het zo doet.

Zing!
Om achter een plotseling remmende voorligger veilig tot stilstand te komen, heb je twee seconden nodig. Eentje om te reageren (ja, jij ook) en eentje om te remmen. De truc zal bekend zijn: je telt ‘eenentwintig, tweeëntwintig’ vanaf het moment dat je voorligger een lichtmast, een verkeersbord of een ander object passeert. Passeer jij dat object twee seconden later, dan zit je safe – en dan maakt het niet uit of jij en je voorligger dertig of honderddertig rijden. Onze zuiderburen hebben die twee seconden nog wat opgevrolijkt: ze zingen Last Night a DJ Saved My Life. Dat duurt net zo lang, als je het tempo van het nummer aanhoudt.

Sommetjes
Je kunt je volgafstand ook in meters bepalen. Als je honderd rijdt, leg je per seconde 100/3,6 = 27,7 meter af. Twee seconden afstand betekent dan dus dat je ruim 2 x 27,5 meter ofwel afgerond 55 meter afstand moet houden. Nu moet je niet op je voorligger klappen omdat je rekensommetjes zit te maken, dus maken we het een stuk makkelijker. Deel simpelweg de snelheid die je rijdt door twee en hou die afstand in meters aan. Waar honderd wordt gereden blijf je dus minstens vijftig meter achter je voorligger rijden. Als je weet hoe lang je woonkamer is, kun je vast inschatten hoe vaak die tussen jou en die auto in past.

Twee seconden of meters
Bij 100 km/u houd je dus 50 meter afstand. Die simpele som werkt bij elke snelheid. Bij 50 km/u houd je dus 25 meter afstand, bij 130 km/u 65. Wil je het precies op twee seconden houden, dan doe je er 10% bij. 100/2=50 + 10% = 55 meter. En ook dat werkt voor elke snelheid.
Tip: op snel- en provinciale wegen kan je aan de hectometerpaaltjes zien hoeveel 100 meter is. Staan er reflectorpaaltjes tussen, dan geven die dus stukken van 50 meter aan.

Mazzel
Ben je moe, is het donker, nat of mistig of zijn er andere factoren in het spel die je reactietijd of je remweg kunnen beïnvloeden, hou dan gewoon nog wat meer afstand. Ja, dan kan iemand anders ertussen kruipen. Dus? Laat ze gaan en pas je afstand opnieuw aan. Die ene seconde kun je straks vast wel weer goedmaken, met een klein beetje mazzel.

Drie
Om je ruimtekussen in stand te houden, kijk je niet alleen naar je directe voorligger maar hou je ook de twee of drie auto’s daarvoor in de gaten. Dat je daartoe je plaats op de weg af en toe varieert, zodat je langs die voorligger kunt kijken, is geen probleem. Integendeel: die beweging houdt de chauffeur voor je ook scherp op het feit dat je achter hem rijdt.

Spiegels
Zit er een vrachtwagen of ander groot verkeer voor je, dan kun je die andere voorliggers niet zien. Hou op die momenten meer afstand, of ga erlangs zodra dat kan. Niet alleen voor je veiligheid, maar ook omdat je niet gaat motorrijden om tegen een muur aan te kijken. De veiligste afstand tot zo’n vrachtwagen is als je er zo ver achter rijdt dat je de chauffeur in z’n spiegels kunt zien. Overdreven? Beter tien meter te veel dan twee te weinig...  


ACHTER EN OPZIJ
Anders dan een gewoon kussen kan een ruimtekussen geen klappen opvangen, maar verkleint het de kans dat er klappen vallen. Het is heel simpel: door ruimte om je heen te creëren, wordt het risico dat iemand je raakt een stuk kleiner. Ruimte om je heen rijden doe je vooral door je plaats op de weg goed te kiezen. Als het om de ruimte voor je gaat, is dat heel simpel. Dat las je hierboven al: zorg voor voldoende afstand tussen jou en je voorligger. Als het om de ruimte links, rechts en achter je gaat, kan het wat lastiger worden.

Variatie
Meer dan eens worden motorongelukken veroorzaakt door uitparkerende auto's. En meer dan eens zie ik motorrijders vlak langs die rijen blik gaan. Doe dat niet. Zijn er geen tegenliggers, rij dan liefst tegen de wegas aan. Zijn ze er wel, dan ga je richting het midden van jouw weghelft. Dat heeft nog een voordeel: als je je positie op de weg regelmatig varieert, val je eerder op.

Spiegelen
Op de snelweg rij je bij voorkeur ook niet vlak langs stilstaand of langzaam rijdend verkeer. Staat er een fikse rij auto's in de file op een afrit en ga jij met honderd of meer rechtdoor, doe dat dan niet op de rijstrook direct naast die afslag. Er hoeft maar één gefrustreerde automobilist te besluiten om die file te verlaten en je zit er bovenop. Gefrustreerde automobilisten spiegelen niet zo goed, meestal, en hun tekst is bekend: "Ik zag die motor niet eens aankomen!" De tip: schuif een rijstrook naar links. Dan word je in elk geval niet diréct geraakt.

Appen
Voeg je zelf uit en rijd het verkeer dat rechtdoor gaat niet echt vlot, dan is verleiding soms groot om op die uitvoegstrook even lekker gas te geven. Je hebt eindelijk de ruimte! Klopt. Totdat opeens iemand bedenkt dat hij toch jouw afslag moest hebben en z'n auto voor jouw motor zet. Wil je er toch langs, bijvoorbeeld omdat het echt niet opschiet? Rij dan uiterst rechts, zodat er wat ruimte is voor die ene auto die opeens jouw kant opkomt. Rijd je rechtdoor en haal je een auto in waarvan de bestuurder vermoedelijk zit te bellen of te appen, kies je positie dan liefst uiterst links, zo ver mogelijk uit z'n buurt. Inhalen van zulke chauffeurs is altijd een goed idee: je kunt ze beter achter je dan voor je hebben.

125
Andere mensen kun je juist beter voor laten gaan. Bumperklevers en ander agressief rijdend spul heb je beter in het zicht dan achter je. Mensen laten passeren is ook het beste wat je kunt doen als je niet de pk's hebt om ze voorbij te gaan. Dan ben ik meteen bij een truc die je kunt gebruiken als je met een 125'je ruimte achter je wilt creëren, bijvoorbeeld omdat je straks een korte gecombineerde op-/afrit moet pakken. Omdat je de ruimte die je nodig hebt niet kunt maken door extra gas te geven, maak je hem door het tegenovergestelde te doen. Ga wat langzamer rijden. De auto's achter je halen je in, en jij hebt je ruimte. Dat werkt natuurlijk alleen als je er ruim op tijd mee begint. Niemand rijdt graag achter langzamer verkeer, en mensen die dat wel doen houden vaak zelf genoeg afstand.

Voor de ander
Ruimte rijden kun je overigens ook voor anderen doen. Ga vast naar de linkerbaan als je ziet dat de motorrijder voor je moet gaan inhalen en er auto's van achteren naderen. Haal je met twee of meer een auto in, ga er als voorrijder dan zo ruim langs dat de mensen achter je voldoende plek hebben. Enzovoort!

Tekst:
Gerwin Batten
Beeld:
Hugo Pinksterboer
Eerder uitgegeven:
MAGazine 166/167